Home > De das > De dassenburcht  
Deel deze pagina: 

De Das

De dassenburcht

Steun ons:
Doneer Online
Vriendenloterij
Wordt gesteund door:
VriendenloterijStichting DierenLot
Dassenburcht
bouw   grootte   locatie   functie   leeftijd

Bouw

De das leeft onder de grond in een uitgebreid gangenstelsel met verschillende kamers dat ook wel dassenburcht, burcht, eerd, bouw of wrang word genoemd.
De gangen hebben een doorsnede van ongeveer 30 cm. Deze lopen naar, en verbinden, de vele kamers van zo'n 50 cm doorsnede. Er zijn ook gangen die doodlopen. De kamers die in gebruik zijn worden gestoffeerd met nestmateriaal waar de dassen overdag in slapen. Dit nestmateriaal kan bestaan uit gras, stro, bladeren, varens en mos. Dit wordt door de dassen tussen kin, borst en voorpoten geklemd en achterstevoren het hol in gesleept.


In een kamer kunnen, door het formaat, maar 2 hooguit 3 dassen slapen. In het voorjaar kan een kamer ook worden gebruikt als kraamkamer voor de zeug om de jongen te werpen en groot te brengen. De kraamkamer ligt bijna altijd dicht aan de oppervlakte vlakbij de uitgang van een hol.
Het zand dat uit de dassenburchten is gegraven vormt voor de holopeningen grote stortbergen. Deze stortbergen kunnen kolossale afmetingen hebben. Er zijn stortbergen gemeten met een inhoud van wel 35 kubieke meter! De holopeningen en stortbergen van dassenburchten zijn trechtervormig en zo geplaatst dat ze de burcht optimaal ventileren. Geuren van de vijanden van de das (mens, hond, wolf, beer) worden zo diep in de burcht naar de dassen gevoerd. Ze weten zo al, terwijl ze zelf nog onder de grond zijn, of de kust veilig is.

Dassenburchten bestaan meestal uit verschillende lagen (verdiepingen). Dit kan tot wel 4 meter diep zijn. Bij gevaar door bijvoorbeeld stropers die de burcht uitgraven, of een hondje dat in de burcht indringt, kunnen de dassen zich diep in de dassenburcht terugtrekken zodat ze hun veilige hol niet hoeven te verlaten.
De das gaat rechtop staan als hij gaat krabben. Hierdoor kun je de krassen tot op 1 meter hoogte duidelijk zien.

Bij deze vlieren zijn de stammen flink bekrast en besmeurd met modder door de vele opeenvolgende generaties dassen van deze burcht.
Krabbomen op een dassenburcht
Bovengronds hebben dassenburchten ook nog twee bijzondere kenmerken. Zeer vaak is er een boom te vinden waar de dassen aan hebben gekrabd, een 'krabboom'. Dit krabben doen ze ongeveer op dezelfde wijze als een kat. Een das kan alleen zijn lange nagels niet intrekken.
Als er jongen op de burcht zijn is er ook vaak een boom of stronk te vinden waar de dassen omheen hebben gerend, een 'speelboom'. Deze is duidelijk te herkennen omdat de bosbodem rond deze boom is 'geveegd' door dit speelse gedrag.

 

Grootte

De grootte van een hoofdburcht in Brabant varieert van 1 hol tot meer dan 120. In Uden is een dassenburcht van meer dan 100 holen evenals een burcht in Vierlingsbeek. Er is berekend dat hiervoor misschien wel 40 ton aan grond moet zijn verplaatst. De oppervlakte van zo'n dassenburcht kan wel een hectare beslaan.
Dassen graven heel graag en zijn dan ook altijd bezig hun burcht te vergroten. Dit biedt een aantal voordelen: Er zijn meer openingen waardoor geurtjes naar binnen komen; Bij onraad kunnen ze over een groter oppervlak, ongezien, de burcht verlaten; Als de hoeveelheid ongedierte (vlooien,teken en mijten) hen teveel wordt, verkassen ze gewoon naar een ander deel van de burcht.
Er wonen niet alleen dassen in dassenburchten.
Het biedt ook onderdak aan muizen, ratten, wezels, bunzingen, steenmarters, konijnen, wilde katten en vossen.
Jonge vos
De grootte van een dassenburcht wordt niet zozeer bepaald door het aantal dassen dat hierin woont, maar door de ouderdom, de graafbaarheid van de bodem en de ligging in het veld. Dassenburchten kunnen honderden jaren oud zijn. In rotsachtige bodem kan niet zo goed gegraven worden als in los zand en een burcht in een bosje kan groter worden dan een burcht onder een heg tussen akkers die elk jaar worden geploegd.
Het aantal holen van een dassenburcht kan zeer snel stijgen zoals bij een burcht in Uden. Deze burcht werd in 1997 ontdekt en telde toen nog maar 3 holen. In 2004 telde deze burcht maar liefst 40 holen en gonsde van de activiteit.
Het aantal holen kan echter ook snel afnemen. Als er om wat voor redenen dan ook (verkeersslachtoffers, huizenbouw, stroperij etc.) minder dassen op een burcht zitten kunnen ze onmogelijk alle holen openhouden. Deze raken na verloop van tijd zo vol met blad, takken en zand dat ze niet meer als hol te herkennen zijn. Er rest vaak slechts een enorme stortberg, een bult in het landschap, als teken van betere tijden. Zo was er in Vierlingsbeek een burcht van 80 holen in 1998 die door veel dassen bewoond werd. In 2003 telde deze nog slechts 22 holen en werd deze enkel bewoond door een paartje met 2 jongen.

Locatie

De locatie van dassenburchten word bepaald door de volgende factoren: voedselaanbod, beschutting, helling, rust, aanwezigheid van water en aanwezigheid van geschikt nestmateriaal.

Functie

Dassenburchten worden onderverdeeld in 4 categorieën: Hoofdburcht; wisselburcht; bijburcht en vluchtpijp. Deze kunnen binnen het territorium van een dassenfamilie aangetroffen worden.
In een maïsakker vindt een das rust, beschutting en in de herfst ook voedsel.
Dassenhol in maïs
Er wordt wel eens beweerd (voornamelijk in Groot-Brittannië) dat dassen hun dode soortgenoten in een kamer begraven. Dassen zijn erg propere dieren en ze zijn voor hun eigen veiligheid sterk afhankelijk van hun vermogen om onraad te kunnen ruiken. Daarom lijkt dit erg onwaarschijnlijk. Een logische verklaring voor de vele schedels die daar op de stortbergen worden gevonden is het feit dat de regering van Groot-Brittannië en de plaatselijke boeren jarenlang massaal dassen in hun dassenburchten hebben vergast i.v.m. de bestrijding van rundertuberculose. Bij aanrijdingen door verkeer komt het vaak voor dat de sterke das de aanrijding overleeft. Deze probeert zich altijd in veiligheid te brengen en terug naar de burcht te slepen, waarna hij daar sterft. De volgende generatie dassen die daarna de dassenburchten opschonen, werken dan de resten van hun soortgenoten naar buiten.

Leeftijd

Dassenburchten kunnen zeer oud zijn. Zo is er in Duitsland in de plaats Pisede, bij een zandafgraving, een oude dassenburcht zeer nauwkeurig onderzocht. Het bleek dat deze af en aan bewoond was sinds het einde van de IJstijden, zo'n 12.000 jaar geleden.
In Rusland is de leeftijd van een nog bestaande burcht, met behulp van moderne dateringstechnieken, geschat op 8.000 jaar.
In Brabant liggen een aantal dassenburchten die enkele eeuwen oud zijn.