De dierenambulance van de Dassenwerkgroep Brabant haalt jaarlijks vele dode dassen op voor onderzoek. Vermoedelijke doodsoorzaak, geslacht, gewicht, lengte, leeftijd, slijtage van het gebit, eventuele chip en de algemene toestand zoals littekens, conditie van de vacht en mate van aanwezigheid van parasieten zoals vlooien, teken en luizen worden geregistreerd. Bij de zeugen (vrouwtjesdassen), wordt er in de periode april-juni ook vastgesteld of deze zogend zijn of niet. Snel ingrijpen kan er dan voor zorgen dat de jonge dasjes een ellendige hongerdood wordt bespaard.
De "verse" dassen, die nog geschikt zijn voor verder onderzoek, worden doorgestuurd naar het DWHC (Dutch Wildlife Health Centre) in Utrecht voor onderzoek naar dierziekten. Als het vermoeden bestaat dat de das is gestorven door vervolging wordt de das doorgestuurd naar het Wageningen Bioveterinary Research (WBVR) in Lelystad voor verder onderzoek.
Op deze pagina hebben wij een selectie van onderzoeksresultaten en wetenswaardigheden uit binnen- en buitenland voor u geplaatst.